Vanaf het begin waren het bestuur en de leden niet gelukkig waren met de officiële keurmeesters op wedstrijden (te weinig kennis/waardering van en voor de Drent-specifieke eigenschappen). Datzelfde oordeel gold voor de keurmeesters op tentoonstellingen. Men vond: “De echte raskenners zitten toch bij de vereniging?”. Er werd geopperd dat het goed zou zijn indien een lid van de vereniging als keurmeester zou worden aangewezen.
Mej. Kleijn, lid van de vereniging gaat de AKK-opleiding (Algemeen Kynologische kennis), deed het examen voor keurmeester en was vanaf 1950 keurmeester. Ook mevr. Hardenbroek en mej. Van Heek zegden toe het theoretisch examen voor keurmeester te willen afleggen.