- Op de jaarvergadering van 23 mei 1964 werd gesproken over de voorwaarden voor het inschrijven van honden in het Voorlopig Register en het NHSB. Er werden te weinig honden opgenomen, omdat de voorwaarden te zwaar waren. Om het predikaat Goed of Zeer Goed te krijgen op een veldwedstrijd moest de hond al een uitblinker zijn. Het bestuur wilde met de Raad van Beheer in gesprek over de volgende nieuwe voorwaarden:
- Honden die geboren zijn uit twee Bijl. C-ouders komen automatisch in Bijlage C van het NHSB
- Honden geboren uit twee VR-ouders komen eveneens in het Voorlopig Register
- Honden die een VR-nummer hebben kunnen in Bijlage C komen als zij in ‘eigen’veld getoond hebben over de gewenste jachteigenschappen te beschikken.
- Drentsche Patrijshonden waar geen papieren bij zijn kunnen in Bijlage C komen als zij twee keer op verschillende tentoonstellingen en onder verschillende keurmeesters de kwalificatie Zeer Goed of Uitmuntend hebben behaald en als zij in ‘eigen’ veld hebben getoond over de gewenste jachteigenschappen te beschikken.
Dit voorstel werd op 13 december 1965 aan de RvB voorgelegd en deze ging ermee akkoord.
De beoordeling in eigen veld werd gedaan door een commissie bestaande uit enige leden-jagers van de vereniging. Er wordt gelet op:
- De hond mag niet schotschuw zijn
- De hond moet neus toen
- De hond moet voorstaan
- De hond moet apporteren
- De hond dient zacht in de bek te zijn