1983-04: Het ras in de problemen, bestuursverkiezing

Rond 1983 waren het voor de vereniging moeilijke tijden. Het ras had met veel problemen te kampen. Van de ongeveer 6000 Drentsche Patrijshonden waren er inmiddels zo’n 2000 vanwege PRA uitgeschakeld voor de fok. Daarbij kwamen nog de honden met HD en er zou misschien ook nog een (groot) aantal honden vanwege epilepsie worden uitgeschakeld.

Een ander probleem was dat de Drentsche Patrijshond als staande jachthond al meerdere jaren nagenoeg uit het beeld verdween, al begint in 1982 naar het zich laat aanzien het tij enigszins te keren.

Bestuur en leden zijn het erover eens dat er iets moet gebeuren, maar de meningen over de te nemen maatregelen verschillen nogal. Er zijn twee hoofdstromingen.

Degenen die het uitsluitend te doen is om een mooie, lieve en gezonde Drent, de overgrote meerderheid van de leden, hebben de minste problemen, Hun oplossing: schakel alle honden uit die een erfelijke afwijking hebben, en ook de honden die een erfelijke afwijking zouden kunnen overerven. Men hoopte dan na een paar jaar van alle ellende af te zijn.

Degenen die graag een mooie, lieve en gezonde Drent wensen die ook nog goed wil jagen, een minderheid van de leden, hebben grotere problemen. Jarenlang hebben zij gezien en van de veldwerkkeurmeesters moeten aanhoren dat het overgrote deel van de Drenten niet meer wil jagen, De foknormen zijn nagenoeg uitsluitend gericht op het voor de fok uitschakelen van honden. Er wordt bijvoorbeeld geen enkele poging gedaan om te inventariseren wat er na al die uitsluitingen nog aan fokmateriaal overblijft. Dat is nu juist wel iets wat de leden van de gebruikshondencommissie grote zorgen baart. Deze commissie wil niet dat er uitsluitend op gezondheid wordt geselecteerd, maar ook op jachteigenschappen. Er moet dus een commissie komen die de fokkerij begeleidt en waarin ook leden zijn vertegenwoordigd die de Drent als jachthond wil behouden. In de gebruikshondencommissievergadering van 20 april 1983 wordt besloten de volgende aanbevelingen te doen:

  1. Het instellen van de volgende commissies: a. een commissie voor het veldwedstrijdgebeuren, b. een fokbegeleidingscommissie en c. een fokregistratie-commissie en eventueel d. een redactiecommissie.
  2. Omdat de heer C.B. Woets het bestuur zal verlaten, wordt besloten om voor hem in de plaats de heer A.J. Booij als kandidaat-bestuurslid voor te dragen.

Dhr. A.J. Booij werd door de leden benoemd tot bestuurslid, dit was voor hem de tweede keer, de eerste keer was in 1974.

Bron: Boek 'De Drentsche Patrijshond' (A.J. Booij en A.H. van der Snee) , bladzijde 267