1988-09: Werkgroep Fokbeleid

De werkgroep fokbeleid legt een conceptvoorstel voor het fokbeleid voor aan het bestuur. Uitgangspunten:

  1. Doelstelling van de vereniging is het behoud en verbetering van de Nederlandse staande jachthond, de Drentsche Patrijshond. Fokkers hebben verantwoordelijkheid om te streven naar goede kwaliteit van hun fokproducten.
  2. De vereniging is terughouden in haar regelgeving. De regels moeten duidelijk zijn en door een groot gedeelte van de leden worden gedragen.
  3. Goede voorlichting is onontbeerlijk om de leden in staat te stellen te kiezen voor een bepaald fokbeleid en om de fokker in staat te stellen om de keuzes waar hij voor staat op een goede manier te maken.

Er zijn beleidslijnen geformuleerd voor leeftijd en periode tussen 2 nesten, exterieur, karakter, jachtaanleg en erfelijke aandoeningen. Voor wat betreft de PRA wordt de norm iets versoepeld. Over epilepsie wordt geadviseerd lijders uit te sluiten en ook combinaties die epileptische nakomelingen hebben opgeleverd. Er wordt opgemerkt dat de aandoening vooralsnog alleen kan worden geconstateerd op het moment van een aanval, zodat in veruit de meeste gevallen moet worden afgegaan op de verklaringen van de eigenaar. Voor een meer toegesneden regeling is minimaal noodzakelijk dat meer inzicht wordt verkregen in de mate van voorkomen en verspreiding binnen het ras. Het houden van een wetenschappelijke enquĂȘte op korte termijn wordt noodzakelijk geacht. Om (voorgewende) onwetendheid zoveel mogelijk te vermijden, dient bij de fokaanvraag door beide fokdiereigenaren een doelgerichte wetenschappelijk verantwoorde vragenlijst m.b.t. epilepsie te worden ingevuld en ondertekend. Bij combinaties die extra risico lopen wordt in het fokadvies op het risico gewezen. Het fokadvies is ter inzage voor aspirant-kopers.

Op 27 september 1988 wordt een thema-avond foknormen gehouden, waar een groot aantal leden aanwezig is. De leden kunnen reacties geven op de conceptvoorstellen, het is geen ledenvergadering waarin besluiten kunnen worden genomen.

Bron: Boek 'De Drentsche Patrijshond' (A.J. Booij en A.H. van der Snee) , bladzijde 317