1990-11: Najaarsledenvergadering

Er waren 83 leden aanwezig. In zijn openingswoord benadrukt de voorzitter dat een positieve en constructieve opstelling nodig om de belangen van het ras en de vereniging vooruit te brengen.

Er is gebleken dat een lid van de vereniging een echte broodfokker is, zonder enig contact met de vereniging. De voorzitter vindt dat voor zo iemand in een zichzelf respecterende vereniging eigenlijk geen plaats zou moeten zijn.

Er huidige Registerbeheerder heeft geconstateerd dat er belangrijke zaken ontbreken in de door zijn voorganger aan hem overgedragen verenigingseigendommen. Ze had verklaard deze zaken te hebben weggegooid. Na diverse contacten blijkt zij toch nog enkele dozen op zolder te hebben staan. Het probleem lijkt alsnog opgelost te worden, maar het heeft wel lang geduurd.

Het reglement voor pupbemiddeling wordt uitgebreid met: Bij gegronde ernstige klachten over een nest, worden de pups niet bemiddeld door de vereniging.

Als de ingekomen stukken aan de orde komen, geeft de voorzitter de leiding over aan de vicevoorzitter omdat enige ingekomen stukken mede op hem betrekking hebben. Sinds 1 januari is er een nieuwe Redactiecommissie samengesteld en in het begin liep de samenwerking redelijk. Er ontstond echter een conflict over het niet plaatsen van een brief in ‘Onze Drent’. Omdat er een vertrouwensbreuk was ontstaan verzocht het voltallige bestuur mevrouw van Nuffelen haar redactionele werkzaamheden neer te leggen. Aanvankelijk legde ze zich neer bij dit besluit, maar zij kwam daar op terug. Het bestuur stond voor een dilemma. Er was een vertrouwenscrisis tussen tussen de twee redactieleden mevrouw van Nuffelen en de heer van der Snee, tevens voorzitter. Beiden in één commissie kon niet meer. Volgens de statuten moest in elke commissie een bestuurslid zitting hebben. Daarom is de keus op de voorzitter, de heer van der Snee, gevallen. Mevrouw van Nuffelen en twee andere oud-bestuursleden hebben een brief geschreven waarmee wordt gevraagd om mevrouw van Nuffelen weer op te nemen in de Redactiecommissie. De vergadering wordt 10 minuten geschorst. Om te vermijden dat ‘op de persoon’ zal worden gespeeld, blijft het bestuur bij haar besluit en zal de vergadering niet feitelijk inlichten over hetgeen heeft geleid tot dit strakke beleid. Op de achtergrond speelt nog iets anders. Enige bestuurs- en commissieleden die in voorgaande jaren het veld hebben geruimd omdat zij het niet eens waren met het fokbeleid, kunnen zich moeilijk neerleggen bij het meerderheidsstandpunt. er zit nog veel oud zeer en ondanks dat de huidige fokbeleid door deskundigen als juist wordt onderschreven, propageren zij strengere foknormen. Enigen van hen vormen de kern van de fokgroep ‘Fokkers en liefhebbers van Drentsche Patrijshonden’. Deze fokgroep profileert zich bij monde van haar woordvoerder steeds meer als een oppositiegroep, die op nagenoeg alles wat het bestuur te berde brengt kritiek levert. Mevrouw van Nuffelen is een kernlid van deze groep. Al met al dreigt er een bestuurscrisis.

Twee leden (overigens niet behorend tot de bedoelde fokgroep) dienen twee moties in. Een motie kan alleen worden ingediend en toegelicht. Voor de behandeling is een tweede vergadering nodig, omdat alle ledenkennis moeten kunnen nemen van moties. De moties luiden:

  1. Herbenoemen van mevrouw van Nuffelen in haar functie als redactielid
  2. Het instellen van een vertrouwenscommissie van drie onafhankelijke personen, die de zaak grondig onderzoekt en zo snel mogelijk verslag uitbrengt aan de ledenvergadering.

De voorzitter zegt toe dat nog in december 1990 een Bijzondere ledenvergadering bijeen zal worden geroepen.

Tijdens de rondvraag deelt de voorzitter mee dat er een plaats als fokadviseur vacant komt en vraagt wie er ambitie heeft voor die functie. Tevens zegt hij dat de PRA-norm van 75% voor reuen niet haalbaar blijkt te zijn. Bijna alle reuen moeten dan voor de fok worden uitgesloten. De voorzitter vraagt de vergadering of zij een ideeën heeft om dat probleem op te lossen.

Bron: Boek 'De Drentsche Patrijshond' (A.J. Booij en A.H. van der Snee) , bladzijde 347